5/31/2007

I'll take the Strawberry Shortcut to get the chance to Go Bang

De schrijver Douglas Coupland beschrijft in één van zijn boeken (Generation X? Polaroids from the Dead? Life after God?) heimwee naar het recente verleden, nostalgie naar iets wat eigenlijk nog niet zo lang geleden gebeurd is. Ik geloof dat ik last heb van het omgekeerde; gebeurtenissen van pakweg 15 tot 20 jaar geleden lijken alsof ze gister gebeurd zijn. Enfin, het blijf evengoed nostalgie of some sort. Nostalgie overviel me toen ik "Love Is The Message" (1989) van Tom Rubnitz op Youtube bekeek. Tom Rubnitz heeft deze clip geschoten voor Paul Zone. Aangezien ik 12 was en mijn wereld nog bestond uit met barbies spelen en in de Nieuwe Weme dozen uitzoeken om barbiehuizen van de maken, heb ik deze videoclip toen niet meegekregen. Toen ik 13 werd kreeg ik een radiootje waarop ik hoorde hoe Soul II Soul's Jazzy B en Technotronic de hitlijsten aanvoerden. "Love Is The Message" is een tijdsdocument.Het laat zien hoe er eind tachtiger- begin negentiger jaren aan toeging, cultuurgewijs; de nasleep van The Summer of Love was in full effect, de partydrug ecstasy zette aan tot een clubcultuur van feesten en van mekaar houden. Individualisten gingen uit hun dak gingen op het Berlijnse Love Parade. Wij waren nog te jong om mee te doen, maar we drukten onze neuzen tegen de ramen om maar niets te missen. Het is merkwaardig hoe het bekijken van zo'n clip een stortvloed van herinneringen en herkenning teweegbrengt. Nostalgie. Ik denk dat we vaker en vaker heimwee naar het recente verleden zullen krijgen; hoe houdbaar is een trend tegewoordig nog en hoe snel volgen ze elkaar wel niet op? Twee jaar geleden, met de intrede van de eighties trend vond ik het ergens een troost dat je je precies zo zou kunnen kleden als je eigen Rockstar barbie. Of als je eigen Dolly-Dots pop. Of je eigen Jem (is truly outrageous!) pop. Maar ik vond het ook bizar dat iets wat ik zelf nog heb gedragen ineens 'retro' was. Worden we geestelijk sneller oud? Awel, Rubnitz. Er is niet zoveel bekend over deze man, behalve dat hij is opgegroeid in het Midwesten van de Verenigde Staten en de tv tijdens zijn jeugd een belangrijke plaats innam. Hij is op een gegeven moment naar New York vertrokken en heeft daar het hedonisme, dat ondergronds welig tierde (zij het onder druk: denk Reagan era) omarmd. De East Village werd door Rubnitz met veel liefde geportretteerd. Campy en genre mixend maakte hij vrolijke, idiote filmpjes met een hallucinogeen randje bevolkt door travestieten. RuPaul is te bijvoorbeeld te zien in Where's The Pickle. Verder maakten in Rubnitz' films de B52's hun opwachting, alsmede Lady Bunny, Happi Phace, Lipsynchia en John Sex. Rubnitz zelf zei over zijn films: I wanted to make things beautiful, funny and positive -escapes that you just could get into and laugh through. That was really important to me. I felt like good could triumph over evil. Rubnitz overleed in 1992 aan aids. Toen ik kennis nam van het werk van Rubnitz moest ik denken aan een nummer dat ik kort tevoren op internetradio had gehoord: Springfield van Arthur Russell, geremixt door DFA. De piano/synthesizer in het nummer in combinatie met de zang was -zonder blasé te klinken natuurlijk- zo 1990.. Omdat ik zeker wist dat ik het op mijn 13e ook een goed nummer had gevonden, checkte ik de titel en uitvoerende op iTunes. Ik zocht meer informatie over Arthur Russell. Hij blijkt een disco pionier te zijn geweest. Zoals sommige nummers van Moroder nog kraakvers klinken, klinkt de funky disco met jazz invloeden van Russell alsof het gister is opgenomen. Het introspectieve karakter van zijn muziek neigt soms naar singer-songwriter achtige composities. Midden jaren '70 verhuisde de oorspronklijk uit Iowa afkomstige cellist/componist/zanger van San Francisco naar New York, waar hij in een ensemble speelde. Ook werkte hij samen met o.a. Allen Ginsberg en David Byrne. In 1979 bracht Sire Records haar eerste discoplaat uit (Kiss Me Again), geschreven door Russell, onder de nom de plume Dinosaur L. Ook Russell overleed in 1992 aan aids. De Village voice schreef dat de muziek van Arthur Russell zo persoonlijk was, dat het net voelde alsof hij was verdwenen in zijn eigen muziek. Tom Rubnitz is waarschijnlijk ontsnapt naar zijn eigen Sexy, wiggy, Desserty universum.

Labels: ,

0 Comments:

Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]

<< Home